Pagina's

woensdag 8 augustus 2012

Zwerfvuil


Gepubliceerd op Dichtbij.nl/Zuid-Kennemerland

Vroeger pleurde we gewoon alles in de gracht. Een eeuw later deden we dat in één grote bak, die dan weer net buiten de stad geleegd werd. Bergen van afval ontstonden er in het vlakke polderlandschap. Waar we overigens tegenwoordig dikke pret op hebben. Massaal dansen, skiën en zwerven we rond op de voormalige stortplaatsen: recreatiepark Spaarnwoude en landtong Schoteroog

Nu is afval scheiden de norm en voordat het bij de afvalverwerker belandt maken we eerst onze eigen molshopen. Op zaterdagochtend gaan we op pad naar de ecostraat en het milieuplein, om braaf alles in de juiste container te knikkeren. Hout bij hout, steen bij puin en oude meuk in de kraker. Als een kind kijk je gebiologeerd toe hoe het spul tot hapklare brokken wordt teruggebracht in de wonderlijke persmachine. Daarna nog even snel op het juiste moment met een nonchalante beweging het lichtgevende chemische spul strategisch bijschuiven. Alhoewel ik een schoon geweten heb voel ik mij toch altijd een beetje opgelaten bij deze actie.

Thuis struikel ik over een compleet logistiek proces. Groen, grijs, geel, overal een bak voor en uiteraard een plank voor papier en glas op kleur gesorteerd. Daarnaast natuurlijk oude batterijen en plastiek opzij leggen. Pimpelpaars word je er soms van. Ik combineer de uitvaart altijd met het boodschappen doen. Bewapend met tassen vol lege verpakkingen en een doos oud papier, op naar de super. Zul je altijd zien, is er afgelopen week ergens een mega fuif geweest. De sleuf grijnst je met een volle bek toe. Het stapelen langszij kan beginnen of is reeds volop aan de gang. De mars terug naar huis is natuurlijk geen echte optie.

De huidige hypermoderne ondergrondse afvalcontainers zijn computergestuurd (bouw er gratis breedband WiFi in en iedereen wil die duikboten zelfs voor zijn deur hebben). Voor de inlaadklep een persoonlijk pas – big brother loert vast mee – en tevens piepen ze draadloos naar de centrale door als ze er aan toe zijn om een boertje te laten. Binnen een dagdeel zijn ze vervangen door een verse. En dat is best fijn want jaren geleden was dat wel anders. Toen woonde ik in een flat met een eigen gemeenschappelijke open container. Velen van elders hadden blijkbaar een sterke band met ons, want vaak was hij al vol voordat ik in staat was om de eerste volle komo-zak over de reling van driehoog te kieperen.

Het is een goede zaak, het terugdringen van overbodige verpakkingen – ook al heb je naast een schaar er een hamer en een beitel voor nodig om ze te openen. Te veel troep is er al in het ecosysteem terecht gekomen. Op sommige stranden is de standjutter overwerkt en midden in de oceaan drijft een compleet plastiek eiland. Gelukkig maakt de ontwikkeling van bioplastiek grote stappen en wordt recyclen van papier tot aan mobiel steeds gewoner. Jammer genoeg hebben de koperstropers deze groeimarkt nog niet ontdekt anders waren de straten vast volledig schoon geweest.

Met zoveel mogelijkheden om van je rommel af te komen snap je toch niet waarom er nog altijd imbecielen bestaan die zonder blikken en blozen hun overtollig materiaal over de schouder werpen. Het zwerfvuil strandt in de kieren en richels van de stad om daar vaak lang te blijven. Wist u bijvoorbeeld dat een blikje fris er 50 jaar over doet om uit elkaar te vallen? Statiegeld is een mooi systeem, net als de vervuiler betaald. Sommige hardleerse wens je echter bewapend met een theezeefje naar een eiland in de plasticsoup. Misschien steken ze er wat van op ...en anders kunnen we ze altijd alsnog in de gracht duwen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten