Pagina's

maandag 24 juni 2019

Ro-trip Zutphen



Volgens de weergoden ging ik een hittegolf tegemoet, in mijn tuftuf zonder airco. Dat laat mijn budget en persoonlijke smaak niet toe. Raam open. De verkeersstroom om mij heen bewoog zich zwijgend voort in hun gesloten cocon. Achja, ik zit in het ritme van de vrije geest, zal ik maar denken.

Ik had ditmaal een boerencamping gevonden, nabij Zutphen. 'Bel voor camping' stond er op de schuurdeur. Een gebrekkig Nederlandssprekend Aziatisch meisje deed open. Omg dacht ik, het is een farm met happy end. Viel reuze mee, een simpele camping zoals een camping moet zijn.


Plek toegewezen, tent opgezet, spullen uitgepakt. Groen bloemenveld, alle bomen en struiken prachtig in het blad. En overal beestjes, koe, schaap, kip maar vooral klein grut in het gras …Erik's klein insectenboek is er niets bij.


Dag 1 - de dauw zit in het gras. Het is zondag, als een echte Randstedeling maakte ik mij even zorgen of er wel leven zou zijn. De boer was voor het krieken van de zon al op. Tractoren reden op en af. Het maaisel moest van het land, hij was er alle dagen druk mee.  Daar had ik met mijn hooikoorts natuurlijk niet over nagedacht. Niezen en een rode kop was mijn deel. Een extra pilletje antihistamine dan maar.

Het is sowieso druk in de achterhoek. Komt er niet een bulderende vrachttrein langs, dan is het wel een snerpende brommer, en de regio is blijkbaar ook bij motorrijders als toergebied erg geliefd. In de struiken om mij heen huist een roedel mezen die de hele dag bekvechten om de hoogste tak. Man man man, wat een herrie op dat platteland.


Dag 2 - Zutphen is een Hanzestad, denk nou niet gelijk 'o leuk, zo'n olijk middeleeuws koopmansdorpje'. Zo vriendelijk was die club helemaal niet, het bracht wellicht welvaart maar dat ging wel gepaard met prijsafspraken en marktbescherming. Desnoods met grof geweld. 
Het is een stad door de tijd opgebouwd zoals je er vele ziet in Nederland. Torentje hier, hofje daar, bruggetje en poort erbij en klaar.
Wel leuk dat ze zoveel van de oude stadsmuur hebben weten te behouden. In de meeste steden is die gesloopt om met de stenen weer andere gebouwen op te richten. Zegt misschien ook iets over het behouden karakter van deze regio.



Dag 3 - op bezoek bij een bewoner. De stad schijnt te worden bevolkt door antroposofische westerlingen en locale tokkies. O dat klinkt spannend. Kwam in het stadscentrum wel een clubje mannen tegen die imho voldeden aan het onaangepaste stempel. "Of ik een vloeitje had" vroeg er één. De laatste keer dat ik die vraag kreeg was dertig jaar geleden op het Torhout Werchter festival. Jeetje daar in Zutphen huist  echt de vrije geest.


Kwam ook nog rollend materiaal tegen, krijgen sommige mannen een harde piemel van. De Corvette club was in de stad neergestreken. Toch een beetje een happy end om mee af te sluiten. En Zutphen!? ach dat is gewoon een koe in schaapskleren, niet moeilijker maken.







woensdag 31 oktober 2018

Wildfire



De heks en de vampier

In een land ver hier vandaan leefde eens een speciale heks. Zoals bekend kunnen heksen bijzondere dingen doen met water, vuur, lucht en aarde. En deze heks deed dat op haar eigen theatrale manier. Met veel kleur, effecten en bombarie. Ze zong er zelfs soms een lied bij.

Hoog in het noorden boven een brede woeste rivier stond haar huis en ketel. In een uitgestrekt kaal landschap, tussen vreemde dieren en karikaturen. De flamboyante heks was een opvallende verschijning tussen de rest. Ze was er thuis maar toch daalde haar gedachten regelmatig af naar over de rivier. Hoe zou het daar zijn? vroeg ze zich af. Maar ze kon er niet naar toe, de rivier was breed en vol met gevaar.

Ze had al vaak aan de oever gestaan maar nooit een stap in het water gezet. Met haar krachten kon ze de aarde laten bewegen, de wind laten blazen, een ijsschots maken en deze net zo hard weer laten smelten. Van alles had ze al geprobeerd, met spreuken en woeste flitsen, het lukte haar echter niet om aan de overkant te geraken.

In het zuiden was de grote stad, een smeltpot van allerlei in vorm en kleur. De koele vampier woonde er, onopvallend tussen al dat gespuis. Hij vloog verveeld in het rond, flapperde hier, beet wat daar en voor zonsopkomst terug naar zijn vertrouwde honk. Zo vulden hij zijn nachten. Want overdag sliep hij in het donker, zonlicht kon hij namelijk niet verdragen.
Vlak voor zonsopkomst wierp hij altijd nog een laatste blik over de rivier. Zag flitsen aan de horizon, fantastische kleuren, een waar spektakel. Hij wist niet wat het was, maar het kleurden zijn grijze bestaan in de lange nachten.

De heks vond de nacht maar niks, ze stond aan de oever van de rivier te wachten totdat de zon weer zou gaan schijnen. Ineens besloot ze het eens te wagen en deed een ferme stap de rivier in. Gelijk bewoog er wat onder haar voeten, het water begon te kolken en te woelen, een watermonster greep haar stevig vast. In paniek schreeuwden de heks spreuken, schoot flitsen af, maar het monster gaf niet op. 

De vampier hoorde wat, nieuwsgierig stelden hij zijn sonar scherp en zag het gevecht daar in de verte. Hun blikken kruisden en hij bedacht zich geen moment, hij sprong en vloog er razendsnel op af. Ondanks zijn kleine vleugels wist hij haar te bereiken, beet het monster hard in zijn staart die daardoor verschikt verdween in de donkere diepte. Met zijn laatste krachten trok hij de heks op de oever en viel vervolgens in een diepe slaap.

De heks was hem dankbaar, maar begreep ook dat de zon zo weer op zou komen en hij daar niet kon blijven. Gauw bouwde ze een aarde wal, vroor een vlot en legde de vampier in het midden. Ze haalde diep adem en blies zo hard als ze kon het vlot richting de stad. Vlak voor de oever van de stad deden de eerste zonnestralen het vlot smelten, de vampier schrok wakker en wist zijn veilige huis net op tijd te bereiken. Wat een avontuur dacht ie, voor zo'n grijze muis als ik.

Vanaf toen liet de heks de maan iedere maand vol licht schijnen. De vampier keek voorzichtig toe door een smalle kier, genietend van alle kleuren. Het was een bijzondere ontmoeting, en vast niet de laatste keer.


maandag 10 september 2018

Ro-trip Enschede



De stad uit en helemaal de A1 af richting oost, en dan kom je uit in Enschede. Ik had wederom mijn pijlen gericht op een stadscamping. In het naseizoen lekker rustig en ditmaal van alles voorzien. Winkeltje, restaurant, verwarmd buitenbad en een vis- en eendenvijver. Had ik de kleine lettertjes gelezen dan wist ik dat ook huisdieren waren toegestaan. Maar het communiceren met de stugge campingboer hield sowieso al niet over.

En zo was het een vrolijke beestenboel, nu eens geen lama's of geitjes maar honden in alle soorten en maten – en jeetje wat moeten die vaak schijten. De achter buurman had zijn valkparkiet en papegaai meegenomen. Beetje jammer dat ie zelf de hele dag zat voor te fluiten. De eenden fungeerde vooral als alternatieve grasmaaiers en daarnaast zatten ze je tijdens elke maaltijd schaapachtig aan te kijken. 


S'nacht was er een verkouden uil actief, of zou buur ook een neusfluit bezitten. De eenden lachten de nacht door en het stadsverkeer houdt niet op. Daarnaast liep ik tegen een ander fenomeen aan, stadscampings herbergen semi permanenten bewoners. Het type met als signatuur: foute auto, foute hond, foute vrouw. Zelfs de broodjes werden al rokend met de auto gehaald. 



De stad is bijna net zo groot als Haarlem, maar maakt een bescheiden indruk. Daar waar Haarlem een open museum is blijkt Enschede gewoon een stad ergens in den lande. Althans nog net aan want mijn tentharing stond bijna in Duitsland. Moest zelfs met de DB naar het centrum treinen. Overigens gewoon op mijn OV kaart. Uiteraard ook even naar de wijk Roombeek geweest, die in 2000 verwoest werd door de vuurwerkramp.


Ik was vooral voor het (vraag mij in godsnaam niet waar de letters voor staan) GOGBOT festival gekomen, dat midden in het centrum plaatsvond. Geïnitieerd door de Universiteit van Twente, die je ten westen van de stad vind. Kunst, techniek en wetenschap, de grens tussen mens en machine, het Frankenstein dilemma dus. Erg boeiend en mooi om te zien hoe de studenten er mee aan de slag waren gegaan.



Vette robotbeat, nerds die spelen met bliksem en vuur, games, VR brillen en vage kunst kwamen aan bod. En alweer een DeLorean, dat ding blijft maar terugkomen. O ja daar is het natuurlijk een tijdmachine voor. Volgens mij zag ik zelfs een autist op klompen dansen. En zo versmolt oost en west tot een orgie van vuur en vlam en psychedelische kunst. Boeiend om te zien en te beleven. 



Terug op de camping nam ik er nog maar eens een plaatselijk geaard Grolsch biertje op. Om net als Frankenstein weer op te laden op wat gaat komen. Noa jung, dar gaon je, proost.

maandag 20 augustus 2018

Ro-trip Deventer


Ergens hoge verwachtingen van hebben is een risico, en behaalde resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor... laat mijn ervaring jou er niet van weerhouden om Deventer te bezoeken. Het is een mooie historische stad aan een flinke rivier.

Ik had vooral heel veel zin in de stadscamping aan de overkant van de IJssel. Met het pontje over zo de oude stad in. Een beetje een vrijgevochten camping, zonder noodzaak van reserveren. En gelukkig maar…

Franse toestanden, hutje aan mutje, auto's op het veld, een warboel grenzend aan een park waar vage Dickens figuren rondhingen. En het pontje vanwege de lage waterstand uit de vaart. Ik had het snel gezien, dit gaan we niet doen. 


Google bood uitkomst voor een minicamping net buiten de stad, en Tom loodste mij er feilloos heen. Zonder zou deze boerencamping tussen de graanvelden, aan het eind van een doodlopende weg, onvindbaar zijn geweest. Klein nadeel, om tien uur ging het licht uit en alle anwb stelletjes naar bed. Maar verder een overzichtelijk no-nonsense verzorgde camping. En niet onbelangrijk, een ns station in de buurt. Eén halte verwijderd van Deventer.

 



In het centrum was volop vertier, op het hoofdplein waren oud-Hollan… - o nee die kennen ze natuurlijk niet in Overijssel - spelen aan de gang, muziek en een rondleiding in de oude Waag. Deventer is namelijk 1250 jaar oud. Een Hanzestad. Nou weet ik niet of je daar nou zo trots op moet zijn, het concept was namelijk gewoon een keiharde kartelvorming van handelaren die met moord en doodslag hun belangen verdedigden.
Deventer schijnt bekend te staan om zijn Boek en Koek. Dat boek heb ik niet kunnen vinden, en van de koek is het recept al 600 jaar oud. Een bestseller dus. Vast niet vanwege de smaak maar omdat je er waarschijnlijk van alles en nog wat mee kan repareren. Van scheepsbodem tot gebit, het kleeft flink.


De vvv oppert Deventer als 'leukste winkelstad', 'mooiste plein' etc etcetera …waar heb ik dat eerder gehoord, en de slogan is ook niet bijster origineel.



Nou niet zo zeuren Ro, heb je ook iets leuks te melden? …het oude havenkwartier is aan het verhippen, rond het oude centrum zijn veel nieuwe woonwijken gebouwd, der zit opvallend veel bedrijvigheid in de nabijheid. En ik kwam regelmatig hele moderne bouwsels tegen die prima waren ingepast. Neem het Stadhuis, een prachtig gedurfd ontwerp midden in het historisch centrum. Hier wonen mensen die het oude koesteren maar niet bang zijn als de prijs juist is, om iets nieuws te proberen.

De account manager van de stad – de venter anno nu – weet de stad blijkbaar achter de schermen goed te verkopen, nou enkel nog een goede leus verzinnen en dan kan ie zo weer de markt op.

woensdag 25 juli 2018

Ro-trip Lelystad


Al jaren had ik een stille wens om eens te koekeloeren bij het Rijvaardigheidscircuit van de ANWB Lelystad. Mocht mijn instructieleven ooit nog eens minder spannend worden kan ik wellicht altijd nog gaan slippen, racen of achteruit knoeien met caravans. Te laat, het centrum is niet meer, althans overgenomen door een zakenman. Vandaag de dag was het er erg stil, enkel de technisch beheerder – in een oud ANWB shirt, want ja die moest eerst op – was aanwezig. Een stevige handdruk en een kop koffie deed mijn droom voorlopig verdampen.

  
Lelystad is een jonge stad vernoemd naar Ir. Cornelis Lely – je weet wel die vent die noest dijken liet bouwen en waardoor het water ons niet tot de lippen stijgt. De stad is opgezet in de geest van de grote stedelijke vernieuwing, lekker ruim met een matrix van meerbaanswegen, voorgekauwde rotondes, fietsbruggen en veel groen. Ondoenlijk om het te belopen, dus voor van alles en nog wat pak je maar weer de auto. Alles lijkt op elkaar, huizen met tuin rondom zal vast prettig zijn voor de bewoners …maar allejezus, wat saai. Het lijkt Amstelveen wel maar dan enkel voor de gewone man en vrouw.


Ze doen hun best om het ergens op te laten lijken, een kekke naam voor de camping (Suydersee), wat exotische dieren (lama's of alpacca's – zonder bult in ieder geval) en een houten schuit (De Batavia) aan de kade. Maar toch mis ik heel erg een historisch besef. Kreeg vooral visioenen van Center Parcs en Disney, zeker na mijn bezoek aan de plaatselijke outlet. Waar je overigens door de hitte die dag (30º) een kanon kon afschieten.

 

Op en rond het vliegveld werd volop gebouwd, de logistieke blokken schieten als paddestoelen uit de grond. Dat beloofd wat voor de werkgelegenheid in dit gebied. Dat zit wel snor. Nog even wezen kwijlen bij Donkervoort, een geinig karretje – zouden ze ook een XL hebben voor lange mannen –  waar je professioneel mee kan slippen en driften op de openbare weg. Vooral blijven dromen Ro.


Ben maar driftig begonnen in het boek 'De acht bergen' van Paola Cognetti. Gaat over de zoektocht naar vriendschap, geluk, natuur, het lot, de liefde en de dood. Je moet toch wat als je pak en beet 5 meter onder de zeespiegel zit in een aangeharkt en op de tekentafel bedacht park.



Twee dagen later spullen gepakt en via de poepende man (vast moderne kunst) over de dijk, met links en rechts het IJsselmeer, in mijn prototype Ferrari naar Enkhuizen gecruised.