12 juli 2011 gepubliceerd op het weblog van De Nieuwe Reporter
Twijfels over hyperlokale projectenMijn enigszins boute tweet: “ze zijn de weg kwijt en binnen een jaar floppen Dichtbij.nl en Vandaag.nl”, werd door @APleijter handig gepareerd met “kan je dat even onderbouwen?” Dat wil ik best, maar eigenlijk waren het gewoon mijn guts die spraken. Ik moest daar dus wel even over nadenken: waarom denk ik dat eigenlijk?
Jullie mediajunks zijn vast wel bekend met Dichtbij.nl en Vandaag.nl. De hyperlokale producten uit de koker van de Telegraaf Media Groep (TMG), die met veel enthousiasme gaandeweg dit jaar over het land worden uitgerold. Het zijn gesubsidieerd initiatieven die de gemeenschap weer bij het plaatselijke nieuws moeten betrekken en de regionale handel en wandel op de bühne willen zetten. De Vandaag-websites zijn gelanceerd door HDC Media, de tak van TMG die verantwoordelijk is voor een aantal regionale dagbladen, zoals het Haarlems Dagblad, Leidsch Dagblad en de Gooi en Eemlander. Dichtbij.nl heeft zo zijn eigen voorgeschiedenis van bij elkaar geharkte plaatselijke weekkrantjes uit de TMG-stal. Maar nu stomen ze redelijk gebroederlijk op, met ieder zijn eigen hyperlokale ontplooiing.
Nou moedig ik het ten sterkste aan om in deze individualistische tijden de krant weer op de zeepkist te krijgen. Zo heb ik zelf, een aantal jaren geleden, de TMG-directie op zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid gewezen en mijn visie gemaild. Ik moet daar overigens (hoe naïef kan een mens toch zijn) nog altijd antwoord op krijgen. En daarnaast heb ik een paar keer met de HDC-internetredactie rond de tafel gezeten om ideeën te delen. Ik denk namelijk nog steeds dat– ondanks allerlei vruchteloze initiatieven her en der – een slimme wisselwerking tussen bestaande media en internet een belangrijke bijdrage kan leveren aan een beter klimaat binnen de gemeenschap. Media – en kranten in het bijzonder -hebben mijns inziens de taak om midden in de samenleving te staan, om deze zo goed mogelijk objectief te informeren en een podium te bieden. Het versterkt de sociale cohesie en slaat bruggen.
Maar wat bedoel ik nou eigenlijk met mijn vrij negatieve tweet?
Ik ben een data-lurker, druk bezig met alles te weten komen of minstens het vergaren daarvan. Een grootverbruiker van letters in alle maten en vormen. Ik verorber dagelijks een flinke portie publieke en commerciële televisiejournaals, ik stroop het internet af en lees alles wat los en vast zit. En mocht de wereld ooit vergaan dan bereikt dat bericht mij prompt via de sociael media. Echter, het lezen van een vers dagblad, daar ben ik mee gestopt. Het voegt namelijk maar weinig tot niets toe.
De plaatselijke stadskrant wordt gedrukt in een andere stad, de hoofdredacteur is altijd elders druk, de columnist komt uit een andere provincie en het plaatselijke kantoor wordt door parttimers en een voormalige kunstredacteur bemand. De koppen zijn suggestief en de inhoud staat vaak vol met fouten, en wat goed is komt van het persbureau met artikelen die vaak niets met de regio van doen hebben. Ik begrijp het wel, het is het product van jarenlang bezuinigen en de zucht naar efficiency.
Nu hebben we internet en de technische crossmediale mogelijkheden bieden geweldige nieuwe kansen. Maar er zijn tevens bedreigingen, en ik vrees jammerlijk dat het met de www.hyperlokaal.nl wel eens dezelfde kant als de papieren versies kan op gaan.
Wat kan er dan fout gaan?
De goedbedoelde community manager zit ergens in de regio en de ingehuurde moderatie ver weg in de polder. Ze doen er dagen over om te corrigeren (als ze dat überhaupt al doen) en missen het gevoel voor de subtiliteiten van de regio. Het trollen gaat ondanks de technische vernieuwde sites nog altijd door: ik krijg zorgelijke mailtjes van vrienden over identiteitsdiefstal en imagoschade. Namen van bestuurders en redactieleden zijn gekaapt en zorgvuldig opgebouwde virtuele identiteiten worden in no-time door misbruik om zeep geholpen.
Dichtbij.nl gaat het lieftst aan de slag met een soort heilige drie-eenheid: een professionele community manager, een vrijwillige burgerjournalist en een ondernemende account manager. De grote vraag is natuurlijk waar ze die vrijwilligers in dit startjaar van de grote 65+-exodus vandaan denken te halen. Volgens mij hebben de meesten meer trek in quality-time met het zwitserlevengevoel, en vinden ze doorgaans dat ze genoeg voor de gemeenschap hebben betekend. Maar misschien hebben ze een nieuw publiek voor ogen, een doelgroep mij nog onbekend. Of ze moeten natuurlijk van die multimediale talenten bedoelen! Zo zag ik vorige week een overdreven positief concertverslag voorbijkomen. Niet zo gek natuurlijk, hij was namelijk geschreven door het productiebureau. Verkapte recensies geschreven door belanghebbende en commerciële partijen…
De sites van Vandaag.nl en Dichtbij.nl zien er eigenlijk best netjes uit, maar zijn wel erg versnipperd met al die lokale keuzemogelijkheden. Zo heb je in de omgeving van Haarlem alleen al voor beide sites meer dan een handvol gebieden als selectiemogelijkheid beschikbaar. Geokaartjes, twitterverwijzing, foto’s, filmpjes en natuurlijk de noodzakelijke reclame maken het tot een kakofonie aan materiaal. De infostress en mediaverslaving liggen voor velen reeds op de loer, mocht je je weg er al in weten te vinden. De doorsnee mens snakt naar relevantie in de hectiek van de dag en informatie uit de directe omgeving is hot. En een veelvoud aan berichten uit de aangrenzende regio’s boeien maar weinig. Zo komt er natuurlijk nooit een levendige lokale discussie uit voort. Het probleem is mijns inziens dat men er wel is, verslag doet, correspondeert etcetera, maar eigenlijk niet echt deelneemt of onderdeel is van de gemeenschap.
Uit de oude doos
Ooit hadden we een buurtsite in de ‘prachtwijk’ Haarlem-Oost. Het was er gezellig druk, ietwat knullig en rommelig, maar het trok belangstellenden (oud buurtbewoners) tot vanuit New Zeeland aan toe. Totdat het Haarlems Dagblad en de Woningcoöperaties zich er mee gingen bemoeien. Er werd een professional opgezet, een schrijvende dame uit de buurt, de site werd opgeleukt en met sponsorlogootjes geflankeerd. Het resultaat nu is een saai, zo niet doods, infokanaal voor met name de noodzakelijke nieuwbouw. Tel uit je winst.
De insteek lijkt vooralsnog goed, en hopelijk weten ze tussen de burelen de juiste modus te vinden om hun doelgroep serieus erbij te betrekken. Zodat er ook aan het eind van de subsidietunnel nog markt over is. Ik ben van mening dat een boeiend platform de betrokkenheid vergroot en de adverteerders dan vanzelf wel volgen.
En omdat jullie het tot hier hebben gelezen, wat suggesties:
Jullie mediajunks zijn vast wel bekend met Dichtbij.nl en Vandaag.nl. De hyperlokale producten uit de koker van de Telegraaf Media Groep (TMG), die met veel enthousiasme gaandeweg dit jaar over het land worden uitgerold. Het zijn gesubsidieerd initiatieven die de gemeenschap weer bij het plaatselijke nieuws moeten betrekken en de regionale handel en wandel op de bühne willen zetten. De Vandaag-websites zijn gelanceerd door HDC Media, de tak van TMG die verantwoordelijk is voor een aantal regionale dagbladen, zoals het Haarlems Dagblad, Leidsch Dagblad en de Gooi en Eemlander. Dichtbij.nl heeft zo zijn eigen voorgeschiedenis van bij elkaar geharkte plaatselijke weekkrantjes uit de TMG-stal. Maar nu stomen ze redelijk gebroederlijk op, met ieder zijn eigen hyperlokale ontplooiing.
Nou moedig ik het ten sterkste aan om in deze individualistische tijden de krant weer op de zeepkist te krijgen. Zo heb ik zelf, een aantal jaren geleden, de TMG-directie op zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid gewezen en mijn visie gemaild. Ik moet daar overigens (hoe naïef kan een mens toch zijn) nog altijd antwoord op krijgen. En daarnaast heb ik een paar keer met de HDC-internetredactie rond de tafel gezeten om ideeën te delen. Ik denk namelijk nog steeds dat– ondanks allerlei vruchteloze initiatieven her en der – een slimme wisselwerking tussen bestaande media en internet een belangrijke bijdrage kan leveren aan een beter klimaat binnen de gemeenschap. Media – en kranten in het bijzonder -hebben mijns inziens de taak om midden in de samenleving te staan, om deze zo goed mogelijk objectief te informeren en een podium te bieden. Het versterkt de sociale cohesie en slaat bruggen.
Maar wat bedoel ik nou eigenlijk met mijn vrij negatieve tweet?
Ik ben een data-lurker, druk bezig met alles te weten komen of minstens het vergaren daarvan. Een grootverbruiker van letters in alle maten en vormen. Ik verorber dagelijks een flinke portie publieke en commerciële televisiejournaals, ik stroop het internet af en lees alles wat los en vast zit. En mocht de wereld ooit vergaan dan bereikt dat bericht mij prompt via de sociael media. Echter, het lezen van een vers dagblad, daar ben ik mee gestopt. Het voegt namelijk maar weinig tot niets toe.
De plaatselijke stadskrant wordt gedrukt in een andere stad, de hoofdredacteur is altijd elders druk, de columnist komt uit een andere provincie en het plaatselijke kantoor wordt door parttimers en een voormalige kunstredacteur bemand. De koppen zijn suggestief en de inhoud staat vaak vol met fouten, en wat goed is komt van het persbureau met artikelen die vaak niets met de regio van doen hebben. Ik begrijp het wel, het is het product van jarenlang bezuinigen en de zucht naar efficiency.
Nu hebben we internet en de technische crossmediale mogelijkheden bieden geweldige nieuwe kansen. Maar er zijn tevens bedreigingen, en ik vrees jammerlijk dat het met de www.hyperlokaal.nl wel eens dezelfde kant als de papieren versies kan op gaan.
Wat kan er dan fout gaan?
De goedbedoelde community manager zit ergens in de regio en de ingehuurde moderatie ver weg in de polder. Ze doen er dagen over om te corrigeren (als ze dat überhaupt al doen) en missen het gevoel voor de subtiliteiten van de regio. Het trollen gaat ondanks de technische vernieuwde sites nog altijd door: ik krijg zorgelijke mailtjes van vrienden over identiteitsdiefstal en imagoschade. Namen van bestuurders en redactieleden zijn gekaapt en zorgvuldig opgebouwde virtuele identiteiten worden in no-time door misbruik om zeep geholpen.
Dichtbij.nl gaat het lieftst aan de slag met een soort heilige drie-eenheid: een professionele community manager, een vrijwillige burgerjournalist en een ondernemende account manager. De grote vraag is natuurlijk waar ze die vrijwilligers in dit startjaar van de grote 65+-exodus vandaan denken te halen. Volgens mij hebben de meesten meer trek in quality-time met het zwitserlevengevoel, en vinden ze doorgaans dat ze genoeg voor de gemeenschap hebben betekend. Maar misschien hebben ze een nieuw publiek voor ogen, een doelgroep mij nog onbekend. Of ze moeten natuurlijk van die multimediale talenten bedoelen! Zo zag ik vorige week een overdreven positief concertverslag voorbijkomen. Niet zo gek natuurlijk, hij was namelijk geschreven door het productiebureau. Verkapte recensies geschreven door belanghebbende en commerciële partijen…
De sites van Vandaag.nl en Dichtbij.nl zien er eigenlijk best netjes uit, maar zijn wel erg versnipperd met al die lokale keuzemogelijkheden. Zo heb je in de omgeving van Haarlem alleen al voor beide sites meer dan een handvol gebieden als selectiemogelijkheid beschikbaar. Geokaartjes, twitterverwijzing, foto’s, filmpjes en natuurlijk de noodzakelijke reclame maken het tot een kakofonie aan materiaal. De infostress en mediaverslaving liggen voor velen reeds op de loer, mocht je je weg er al in weten te vinden. De doorsnee mens snakt naar relevantie in de hectiek van de dag en informatie uit de directe omgeving is hot. En een veelvoud aan berichten uit de aangrenzende regio’s boeien maar weinig. Zo komt er natuurlijk nooit een levendige lokale discussie uit voort. Het probleem is mijns inziens dat men er wel is, verslag doet, correspondeert etcetera, maar eigenlijk niet echt deelneemt of onderdeel is van de gemeenschap.
Uit de oude doos
Ooit hadden we een buurtsite in de ‘prachtwijk’ Haarlem-Oost. Het was er gezellig druk, ietwat knullig en rommelig, maar het trok belangstellenden (oud buurtbewoners) tot vanuit New Zeeland aan toe. Totdat het Haarlems Dagblad en de Woningcoöperaties zich er mee gingen bemoeien. Er werd een professional opgezet, een schrijvende dame uit de buurt, de site werd opgeleukt en met sponsorlogootjes geflankeerd. Het resultaat nu is een saai, zo niet doods, infokanaal voor met name de noodzakelijke nieuwbouw. Tel uit je winst.
De insteek lijkt vooralsnog goed, en hopelijk weten ze tussen de burelen de juiste modus te vinden om hun doelgroep serieus erbij te betrekken. Zodat er ook aan het eind van de subsidietunnel nog markt over is. Ik ben van mening dat een boeiend platform de betrokkenheid vergroot en de adverteerders dan vanzelf wel volgen.
En omdat jullie het tot hier hebben gelezen, wat suggesties:
- De rubriek met jarigen en jubilea doet het altijd erg goed in het plaatselijk sufferdje: stel de lezers in de gelegenheid om in een vaste rubriek een kek fotootje en een grappig tekstje van het feestvarken te uploaden
- Regionale en lokale sleutelfiguren op uitnodiging en geverifieerd in een beschermde schil laten reageren
- In de tweede schil het anonieme gekrijs, wat soms best een geinig/creatief inzicht verschaft. Want juist de kracht van het anarchistische internet is dat het sociale conventies overstijgt
- Boeiende onderwerpen/discussies langer hooghouden
- Niet de artikelen naar de sociale media linken, maar de sociale media onder de artikelen plaatsen, integreren met de buitenwereld. Het gaat nl. niet om zenden maar om ontvangen
- Benader organisaties en vereningingen (kerk, sport etcetera) bied ze de mogelijkheid aan om hun periodieke informatie, die vaak door een enkele vrijwilliger getrokken wordt, te publiceren. Geef ze een soort spaarcard om ze te binden en bij het concept te houden. Wellicht een hoekje waar ze hun clubspullen aan de man kunnen brengen voor extra inkomsten
- Een lokaal prikbord voor degene waar marktplaats een stap te ver is.